Stand van zaken na twee overlegrondes

Op 21 maart jl. zaten we voor de derde keer aan tafel met de werkgever. Tijdens het tweede overleg hadden we afgesproken dat we gezamenlijk zouden werken aan een plan om werkzekerheid te kunnen garanderen. Met dat plan zouden we gezamenlijk naar het Havenbedrijf gaan. In het werkzekerheidsakkoord voor de containersector is namelijk ruimte geboden aan Uniport en RST om een “afzonderlijk akkoord” met een “afzonderlijke financieringsafspraak” (lees: subsidie van het Havenbedrijf) te sluiten.  
 
Om tot een plan te kunnen komen, hebben we de werkgever feitelijke informatie gevraagd (en deels ook gekregen). Nu Uniport de ene na de andere klant kwijtraakt, willen we namelijk weten hoeveel containers er op jaarbasis nodig zijn om alle vaste werknemers van Uniport zonder extra maatregelen aan het werk te kunnen houden. Als we dat weten, kunnen we ook inschatten hoeveel banen op de tocht zullen staan wanneer het containeraantal onverhoopt onder dat kritische aantal daalt. En daarvoor moeten we dus maatregelen verzinnen, voorbereiden en vastleggen in een afzonderlijk akkoord. Maatregelen waarmee in de komende jaren – wat ons betreft tot juli 2021 – gedwongen ontslagen kunnen worden voorkomen.
 
Als we naar het werkzekerheidsakkoord in de sector kijken, kunnen we er in elk geval van uitgaan dat het HbR wil bijdragen in de kosten van een maatregel die de uitstroom van oudere werknemers bij Uniport en RST stimuleert (zodat ruimte ontstaat voor jongere collega’s). Uitbreiding van de Senioren Haven Fit Regeling dus. En aan maatregelen die nodig zijn om werknemers van Uniport in te kunnen zetten bij RST. Collegiale in- en uitleen dus.

Lees verder in de bijlage/p>