Uit solidariteit met bemanning hebben dokwerkers lossingswerkzaamheden schip neergelegd.
Reder vordert dat vakbonden en eigenaar bulkterminal bewerkstelligen dat de lossing wordt hervat.
De rederij Liberty had een CBA gesloten met de International Seafarers' Union (ISU), maar de ITF en FNV Havens weigerden deze CBA goed te keuren omdat zij niet gelijkwaardig waren aan de ITF-CBA. De dokwerkers van ADM, een andere partij in de zaak, hadden de lossing van het schip gestaakt om solidariteit te tonen met de bemanning.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staking van de dokwerkers rechtmatig was en dat de bonden niet onrechtmatig handelden door de ISU-CBA niet goed te keuren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de rederij Liberty geen beroep heeft op het negatieve recht van vrije vakvereniging en dat de staking niet moest worden verboden omdat het niet inbreuk maakte op de rechten van derden.
De rechtbank heeft alle vorderingen van Liberty afgewezen en heeft Liberty veroordeeld in de proceskosten van de andere partijen.
Bekijk de uitspraak via rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBROT:2024:6997, Rechtbank Rotterdam, C/10/682990 / KG ZA 24-722 (rechtspraak.nl)